Als mensen vragen wat zij als consument kunnen doen om bossen te beschermen, komt ons antwoord als Greenpeace vaak neer op een paar simpele dingen: wees zuinig met hout en papier, probeer producten te recyclen en als je dan nieuw hout of papier moet kopen, kijk vooral naar hout uit je eigen regio en met het FSC logo. Dat zou je de meeste zekerheid geven dat je niet bijdraagt aan illegale kap, ontbossing en degradatie van de mooiste plekjes op aarde: onze bossen.
FSC gecertificeerde houtkap in Brazilie. Greenpeace/Oliveira |
Maar na 20 jaar zien we dat FSC niet altijd goed werkt en er
flink werk aan de winkel is, wil het een geloofwaardig middel blijven voor
consumenten. Daarom gaan mijn collega’s en ik naar de ‘General Assembly’, de algemene
vergadering van FSC in september. Dat is dagenlang vergaderen en veel
papierwerk met punten en komma’s zetten in moties. Maar het is belangrijk, en ik
wil hier vertellen waarom.
Wat is FSC en waarom is het belangrijk?
Het is een decennia oude discussie: Kun je door beter bomen
te kappen het bos redden? Dat ontbossing moet stoppen is voor bijna niemand een
vraagteken. Ontbossing en degradatie van bossen leiden tot het uitsterven van
planten en dieren, dragen bij aan gevaarlijke klimaatverandering én versterken
van armoede en sociale conflicten voor mensen die van het bos afhankelijk zijn.
In de jaren tachtig kwam de grootschalige ontbossing van
tropische en boreale bossen volop in de media. Activisten en maatschappelijke
organisaties riepen op tot boycots van dit destructief gekapte hout om een
adempauze voor het bos te krijgen, terwijl er onderhandeld werd voor
internationale wetgeving om bossen wereldwijd te beschermen.
Dat laatste is nooit gelukt. Begin jaren negentig kantelde
de strategie en schaarden maatschappelijke organisaties zich daarom achter een
compromis. Ze zouden zich vanaf dan gaan inzetten voor verantwoord bosbeheer. En
dat promoten via een vrijwillig marktmechanisme zodat consumenten konden kiezen
voor goed hout.
Bossen actie in Brussel. Greenpeace/Philip Reynaers |
In 1993 is vanuit die discussies tussen bedrijven en
maatschappelijke organisaties de ‘Forest
Stewardship Council’ (FSC) geboren. Greenpeace was erbij. Het werd heel
slim opgezet. De belangen die er wezenlijk toe doen voor bosbescherming - milieu,
sociaal en economisch – zijn evenredig verankerd in belangrijke organen van
FSC, zoals het bestuur.
Maar al snel kwam er verdeeldheid. Waar zat eigenlijk de
balans tussen economisch rendabel opereren met flinke volumes hout op de markt
en de ecologische en sociale standaard hoog houden? Was FSC vooral bedoeld als
topstandaard voor bosbescherming of een tool voor bedrijven om de markt te
voorzien van ‘goed hout’.
FSC: geloofwaardigheid staat op het spel
Die balans vindt ook Greenpeace nu - na 20 jaar FSC - steeds
meer zoek. Er is op het moment meer dan 180 miljoen hectare bos en
plantage gecertificeerd. FSC is daarmee hard gegroeid, maar ook scheefgegroeid.
Andere, kwalitatief
veel zwakkere, certificeringssystemen werden door bedrijven en overheden ontwikkeld.
Daar moet FSC mee concurreren. Een ‘race to the bottom’. Daarnaast worden de
belangen van bedrijven beter behartigd. Daar zit nu eenmaal meer geld en
capaciteit dan bij maatschappelijke organisaties om invloed uit te oefenen.
Greenpeace liet de afgelopen jaren aan de hand van case
studies zien waar het mis gaat met FSC. Die studies tonen dat FSC bijdraagt
aan degradatie van ongerepte bosgebieden in Rusland, bedreigde dieren zoals
de kariboe in Canada onvoldoende beschermt en in Finland nog wordt kaalgekapt
met FSC keur. Maar er zijn ook goede voorbeelden. Dat zijn de pareltjes waarbij
FSC wél werkt.
En nu? Hoe maken we FSC beter?
Deels door die goede ervaringen is Greenpeace nog steeds lid
van FSC en aan het knokken voor een sterk FSC. Daarom ga ik in september samen
met collega’s naar de FSC ‘General Assembly’. Daar wordt door de drie kamers -
de milieu, sociale en economische kamer– gediscussieerd en gestemd over noodzakelijke
verbeteringen van FSC. Een heel belangrijk moment. Het wordt erop of eronder
voor FSC.
Bosolifanten in Centraal Africa. Greenpeace/Filip Verbelen |
Onze prioriteit op deze vergadering wordt het beschermen van
‘intact forest landscapes’ of in het Nederlands: ongerepte bosgebieden. Dat
zijn grote aaneengesloten boslandschappen, waar nog geen tekenen van grote
menselijke verstoring zijn en die groot genoeg zijn om alle inheemse
biodiversiteit te behouden. Inclusief dieren zoals de bosolifant en tijger, die
grote leefgebieden nodig hebben om te kunnen voortbestaan.
Het gaat op die vergadering over honderd en één onderwerpen.
Maar uiteindelijk gaat het over de essentiële vraag: kan je door beter bomen te
kappen het bos redden? Ik kan die vraag niet sluitend beantwoorden. FSC heeft
in ieder geval niet de ontbossing gestopt. Die zet met 13 miljoen hectare per
jaar hard door. En de impact van het betere bosbeheer van FSC is nog niet goed
onderzocht. Een recente
studie laat zien dat er lokaal wat verbeteringen zijn op het sociale vlak.
Kan je zelf nog iets doen?
Wil je meedoen om FSC op te roepen om sterker te worden en daadwerkelijk bossen
te beschermen? Houd dan de komende weken de facebook pagina en twitter van
Greenpeace Nederland in de gaten om te zien hoe je mee kunt helpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten