Pagina's

woensdag 27 augustus 2014

Bossen beschermen door bomen te kappen?


Als mensen vragen wat zij als consument kunnen doen om bossen te beschermen, komt ons antwoord als Greenpeace vaak neer op een paar simpele dingen: wees zuinig met hout en papier, probeer producten te recyclen en als je dan nieuw hout of papier moet kopen, kijk vooral naar hout uit je eigen regio en met het FSC logo. Dat zou je de meeste zekerheid geven dat je niet bijdraagt aan illegale kap, ontbossing en degradatie van de mooiste plekjes op aarde: onze bossen.

FSC gecertificeerde houtkap in Brazilie. Greenpeace/Oliveira
Maar na 20 jaar zien we dat FSC niet altijd goed werkt en er flink werk aan de winkel is, wil het een geloofwaardig middel blijven voor consumenten. Daarom gaan mijn collega’s en ik naar de ‘General Assembly’, de algemene vergadering van FSC in september. Dat is dagenlang vergaderen en veel papierwerk met punten en komma’s zetten in moties. Maar het is belangrijk, en ik wil hier vertellen waarom.

Wat is FSC en waarom is het belangrijk?

Het is een decennia oude discussie: Kun je door beter bomen te kappen het bos redden? Dat ontbossing moet stoppen is voor bijna niemand een vraagteken. Ontbossing en degradatie van bossen leiden tot het uitsterven van planten en dieren, dragen bij aan gevaarlijke klimaatverandering én versterken van armoede en sociale conflicten voor mensen die van het bos afhankelijk zijn.

In de jaren tachtig kwam de grootschalige ontbossing van tropische en boreale bossen volop in de media. Activisten en maatschappelijke organisaties riepen op tot boycots van dit destructief gekapte hout om een adempauze voor het bos te krijgen, terwijl er onderhandeld werd voor internationale wetgeving om bossen wereldwijd te beschermen.

Dat laatste is nooit gelukt. Begin jaren negentig kantelde de strategie en schaarden maatschappelijke organisaties zich daarom achter een compromis. Ze zouden zich vanaf dan gaan inzetten voor verantwoord bosbeheer. En dat promoten via een vrijwillig marktmechanisme zodat consumenten konden kiezen voor goed hout.

 
Bossen actie in Brussel. Greenpeace/Philip Reynaers
In 1993 is vanuit die discussies tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties de ‘Forest Stewardship Council’ (FSC) geboren. Greenpeace was erbij. Het werd heel slim opgezet. De belangen die er wezenlijk toe doen voor bosbescherming - milieu, sociaal en economisch – zijn evenredig verankerd in belangrijke organen van FSC, zoals het bestuur.
 
Maar al snel kwam er verdeeldheid. Waar zat eigenlijk de balans tussen economisch rendabel opereren met flinke volumes hout op de markt en de ecologische en sociale standaard hoog houden? Was FSC vooral bedoeld als topstandaard voor bosbescherming of een tool voor bedrijven om de markt te voorzien van ‘goed hout’.
  

FSC: geloofwaardigheid staat op het spel

Die balans vindt ook Greenpeace nu - na 20 jaar FSC - steeds meer zoek. Er is op het moment meer dan 180 miljoen hectare bos en plantage gecertificeerd. FSC is daarmee hard gegroeid, maar ook scheefgegroeid. Andere, kwalitatief veel zwakkere, certificeringssystemen werden door bedrijven en overheden ontwikkeld. Daar moet FSC mee concurreren. Een ‘race to the bottom’. Daarnaast worden de belangen van bedrijven beter behartigd. Daar zit nu eenmaal meer geld en capaciteit dan bij maatschappelijke organisaties om invloed uit te oefenen.

Greenpeace liet de afgelopen jaren aan de hand van case studies zien waar het mis gaat met FSC. Die studies tonen dat FSC bijdraagt aan degradatie van ongerepte bosgebieden in Rusland, bedreigde dieren zoals de kariboe in Canada onvoldoende beschermt en in Finland nog wordt kaalgekapt met FSC keur. Maar er zijn ook goede voorbeelden. Dat zijn de pareltjes waarbij FSC wél werkt.

En nu? Hoe maken we FSC beter?

Deels door die goede ervaringen is Greenpeace nog steeds lid van FSC en aan het knokken voor een sterk FSC. Daarom ga ik in september samen met collega’s naar de FSC ‘General Assembly’. Daar wordt door de drie kamers - de milieu, sociale en economische kamer– gediscussieerd en gestemd over noodzakelijke verbeteringen van FSC. Een heel belangrijk moment. Het wordt erop of eronder voor FSC.

Bosolifanten in Centraal Africa. Greenpeace/Filip Verbelen
Onze prioriteit op deze vergadering wordt het beschermen van ‘intact forest landscapes’ of in het Nederlands: ongerepte bosgebieden. Dat zijn grote aaneengesloten boslandschappen, waar nog geen tekenen van grote menselijke verstoring zijn en die groot genoeg zijn om alle inheemse biodiversiteit te behouden. Inclusief dieren zoals de bosolifant en tijger, die grote leefgebieden nodig hebben om te kunnen voortbestaan.

Het gaat op die vergadering over honderd en één onderwerpen. Maar uiteindelijk gaat het over de essentiële vraag: kan je door beter bomen te kappen het bos redden? Ik kan die vraag niet sluitend beantwoorden. FSC heeft in ieder geval niet de ontbossing gestopt. Die zet met 13 miljoen hectare per jaar hard door. En de impact van het betere bosbeheer van FSC is nog niet goed onderzocht. Een recente studie laat zien dat er lokaal wat verbeteringen zijn op het sociale vlak.

Kan je zelf nog iets doen?


Wil je meedoen om FSC op te roepen om sterker te worden en daadwerkelijk bossen te beschermen? Houd dan de komende weken de facebook pagina en twitter van Greenpeace Nederland in de gaten om te zien hoe je mee kunt helpen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten